Wegmier
Algemeen
De mierensoort die men het meest op terrassen en binnenshuis aantreft is de Wegmier (Lasius niger) (vroeger Zwartbruine Wegmier genaamd). Ze leven ondergronds, liefst onder een steen of tegel, of vaak onder het huis zelf. De mieren bouwen hun nesten in de isolatielagen, en kunnen vanuit hier het huis binnendringen door de spleten die in het beton ontstaan. Wegmieren kunnen hun nest in verrot hout bouwen. Als Wegmieren proberen hout aan te knagen betreft het altijd hout dat vroeger zeer vochtig is geweest en dat verrot is en eventueel al door houtwormen is aangetast. Het gaat dus altijd om hout dat eigenlijk al vervangen diende te worden.
In de vrije natuur zoeken Wegmieren ook nectar van bloemen en datgene dat poëtisch honingdauw wordt genoemd, maar wat in werkelijkheid de suikerhoudende excrementen van bladluizen zijn. Deze worden als koeien “gemolken” en betrommeld en daardoor gestimuleerd tot afgifte van suikerhoudende uitscheidingen. Niet zelden overkoepelen de werksters mierenkolonies om ook het “vee” te beschermen tegen vijanden.
Indien men Wegmieren in huis heeft, dan merkt men dit bijzonder gauw. Ze zoeken nl. snel zoete levensmiddelen op. Werksters kunnen lang rondlopen; als ze dan ergens voedsel hebben gevonden, kunnen ze dat aan hun mede-werksters doorvertellen. Dat gebeurt ten dele door met de voelsprieten te trommelen, ten dele doordat ze hen met het betreffende voedsel vanuit hun krop voederen. Al gauw is er een lange karavaan op weg, waarbij ze een geurspoor volgen dat door de werkster is achtergelaten. Zo ontstaan de mierenstraten.
Identificatie
De wegmier is zwartbruin tot zwart van kleur, met overvloedige fijne beharing. De koninginnen zijn donkerbruin en de kop is smaller dan het borststuk. De mannetjes zijn donker- tot zwartbruin. De vleugels van de mannetjes en koninginnen zijn doorzichtig. De werksters zijn 3-5 mm, de mannetjes 3,5-4,2 mm en de koninginnen 8-9 mm lang.
Ontwikkeling
Mieren zijn sociaal levende, statenvormende insecten. In het nest van de Wegmier treft men bv. één of meerdere koninginnen aan, werksters in grote aantallen en in een bepaalde tijd van het jaar mannetjes en jonge koninginnen. De koningin en de mannetjes zorgen voor de voortplanting en de werksters zorgen voor het verzamelen van het voedsel, het verzorgen van het broed, het onderhoud van het nest en in voorkomende gevallen de verdediging van het nest.
Voornamelijk in juli en augustus vindt de 'bruidsvlucht" plaats. Tijdens deze vlucht bevruchten de mannetjes de koninginnen. De koninginnen gaan daarna naar een bestaand nest waar ze meewerken aan de uitbreiding, of ze proberen een nieuw nest te stichten. De mannetjes die enkel dienen voor de bevruchting van de jonge koninginnen, sterven direct na de bruidsvlucht.
Wegmieren hebben een volledige gedaanteverwiseling.
Eistadium: 3 - 4 weken
Larve stadium: 2 - 3 weken
Werksters kunnen 2 - 3 jaar leven.
Schade
De Wegmier is uitermate hinderlijk in keukens en andere verblijven, ze bevuilen etenswaren en zijn overbrengers van ziekteverwekkende bacteriën. Ze vormen zandhoopjes op terrassen en in tuinen en ondermijnen bestrating.
Het bestrijden van mieren dient enkel plaats te vinden wanneer deze insecten in gebouwen werkelijk last veroorzaken. Dit gebeurt wanneer ze een nest hebben gemaakt van waaruit ze steeds in aantallen een huis of gebouw binnenkomen, dan kan een bestrijding, uit hygiënisch oogpunt nodig zijn. In tuinen, parken en bossen zijn mieren nuttig door het verdelgen van allerlei schadelijke insecten. Het opruimen van mierennesten op dergelijke plaatsen op plaatsen met behulp van insecticiden brengt over het algemeen veel schade met zich mee. Niet alleen de mieren worden dan gedood, ook vele andere insecten, zoogdieren en vogels kunnen dan worden vergiftigd. De gehele natuurlijke levensgemeenschap dreigt daardoor dan onnodig te worden verstoord.
Bestrijding
Bij het aantreffen van tuinmieren in gebouwen dient men allereerst na te gaan waar zich het nest van deze mieren bevindt. Omdat de nesten zich meestal buiten het gebouw zullen bevinden, heeft bestrijding buitenshuis de voorkeur en maakt de toepassing van middelen binnenshuis dan vaak onnodig.